zondag 3 april 2016

Pasen? Ja, dat vieren ze hier ook. 


Raar, maar waar: Pasen wordt hier ook gevierd. Niet alle kleuters vieren het feest, want dit is afhankelijk van hun geloof. Vandaag was het de eerste dag dat er rond Pasen werd gewerkt. Het nieuwe thema werd ingeleid aan de hand van een mooie bordtekening. Er stond een paashaas met een paasmandje op. De bordtekening werd vooral gekoppeld aan het leergesprek. Tijdens het leergesprek was het de bedoeling dat de kleuters twee nieuwe woorden aanleerden. De woorden die ze leerden, waren ‘paasmandje’ en ‘paaskonijn’. Hier spreken ze niet van een paashaas. De bordtekening, die de juf gebruikte tijdens het leergesprek, was heel mooi getekend en de nieuwe woorden stonden bij de tekening genoteerd. Toen ik naar het bord keek, zag ik een fout. Er stond ‘de paaskonijn’ en ik wist even niet goed wat ik moest doen of hoe ik het aan de juf kon vertellen. Mijn juf is nog altijd afwezig en het was de hoofdkleuterleidster die de les gaf. Ik ervaarde in mezelf een tegenstrijd. Aan de ene kant wilde ik het zeggen aan de juf, want de kleuters kunnen toch maar moeilijk een fout aanleren. Aan de andere kant was ik bang om het te melden, want ik wilde niet als een betweter overkomen. Tijdens haar leergesprek zeg ik niet zomaar mijn mening. Ik dacht de hele les na hoe ik het op een beleefde manier kon verwoorden. Ik raapte mijn moed bij elkaar en ging na de les tot bij de juf. Ik zei haar heel beleefd dat er een fout op het bord stond, dat het niet ‘de paaskonijn’ is, maar dat we spreken over ‘het paaskonijn’ of ‘de paashaas’. De juf reageerde wat verward en wijzigde het lidwoord niet meteen. Pas na de pauze zag ik dat ze het gecorrigeerd had. Ik was best trots op mezelf, want ik had mijn moed samengeraapt en mijn mening gedeeld met de juf. Ik heb durven zeggen dat er een fout op het bord stond.

De les werd op een enorm leuke manier gegeven. De juf stelde enkele vragen, maar ze maakte ook gebruik van een aantal elementen om te bewegen. De kleuters mochten bijvoorbeeld bewegen als een paaskonijn en dus sprongen ze in het rond. Ze telden samen hoeveel konijn er waren en vergeleken verschillende konijnen met elkaar. De juf gebruikte, net zoals in België, aanschouwelijk materiaal. Ik vond het zeer positief dat ze stilstond bij het feit dat niet alle konijnen hetzelfde zijn. Ze legde duidelijk de verschillen uit, zoals het kleur, de grootte, de poten, … Het was aangenaam om de les te observeren en de kleuters te zien bewegen. Ze hadden allemaal een glimlach op hun gezicht.

Vooraf maakte de juf duidelijk dat het nieuwe thema ‘Pasen’ was. Ze legde de link uit met de vakantie en met Jezus. Alles werd in detail besproken. Ik vond het heel goed dat de juf duidelijk schetste waarom de kleuters vakantie hebben en wat er allemaal zou gebeuren in de vakantie. Ze vermeldde ook dat het paaskonijn niet bij alle kinderen op bezoek zou gaan, doordat ze een ander geloof hebben. De juf stond voldoende stil bij de verschillende geloven. Heel positief! Het is tenslotte een openbare school. (ICOM: 4.3. Zelfvertrouwen hebben en 5.3. Kennis hebben van de beroepsuitoefeningen in andere landen) 


















Toetsing? Ja, ook in de kleuterklas. 



Op dinsdag 15 en woensdag 16 maart 2016 werden de kinderen van vier jaar getoetst. De kleuters krijgen voor de paasvakantie een schoolrapport, opgesteld door het Ministerie van Onderwijs, mee naar huis. In dit rapport zitten een aantal toetsingen met quotering. Die quotering is ofwel onvoldoende, matig, voldoende of goed. Toen ik hoorde van een schoolrapport, dacht ik niet meteen aan dit soort quotering. Ik had meer een tentoonstelling van hun werkjes in gedachten. Niets was minder waar! De kleuters krijgen een volledige quotering op verschillende zaken in de klas, zoals muzische vorming, beweging, werken, oriëntatie op jezelf, taal, voorbereidend schrijven …


Ik dacht dat de quotering gebaseerd was op de werkstukken en observaties van de vorige weken. Dit was helaas niet het geval. Ik geef even een voorbeeld voor muziek. De kleuters moesten elk om beurt naar voren komen om hun ‘toets’ af te leggen. Ze moesten voor de hele klas een liedje zingen. Ze hadden de keuze uit de verschillende liedjes die ze geleerd hadden doorheen het jaar. Alhoewel kiezen misschien een groot woord is, want sommige kleuters kregen een liedje opgelegd door de juf. Ik vond dit behoorlijk erg, want sommige kinderen waren heel verlegen en spreken een andere taal. Nog erger was de quotering die de kleuters meteen te horen kregen. Een kleuter die onvoldoende haalde, kreeg het volgende te horen: “Je hebt een onvoldoende en mag niet over naar het volgende jaar!”. Toen ik dit hoorde, moest ik even slikken. Ik keek even op, maar keek meteen terug naar beneden. Ik wist totaal niet hoe ik moest reageren. Ik probeerde naar het kind te kijken, maar dit lukte me niet zo goed. Ik had zo’n compassie dat ik er tranen van in mijn ogen kreeg.


De kleuters werden telkens op iets anders gequoteerd. Op woensdag 16 maart 2016 was het een quotering op een versje, zingen en klanken uitspreken. Morgen zou het wellicht iets anders zijn. De juf had sommige rapporten al ingevuld. Ik was blij dat ik ze eens mocht inkijken. Al snel merkte ik dat bepaalde kinderen voorgetrokken werden. De juffen hebben hun lievelingetjes en dit valt op. Ik had bijvoorbeeld gehoord dat er een kind het lied niet goed kon, maar waar de juf telkens hielp. Toen ik de punten zag, wist ik meteen dat dit niet klopte. Het kind kreeg ‘goed’, terwijl hij het lied eigenlijk niet kon. Ik merk ook dat dit kind altijd de beurten krijgt, altijd mag als eerste mag kiezen voor de hoeken, …
Ik vond de manier van toetsen vreselijk. Wij toetsen de kleuters ook, maar niet op deze manier. Meestal doen we dit aan de hand van observatielijsten, werkjes, … Ik vond het schokkend om te zien. De teleurstelling bij de kinderen en vooral de schrik om het te vertellen aan de ouders was enorm. (ICOM: 2.1. Culturele zelfkennis, 2.3. Culturele veerkracht en 2.5. Culturele kennis)


Vechten op school? 


De laatste dagen zijn de kinderen vaak aan het vechten op de speelplaats. Woensdag na school had er een jongen van de leerschool een kind geslagen en ontstond er een gevecht. Later bleek dat het kind die geslagen had, uitgedaagd werd door kinderen in zijn klas. Er werden propjes en pijltjes gegooid tijdens de lessen. Het was zielig om te zien. We dachten dat het op donderdag 17 maart 2016 opgelost zou zijn, maar dit was niet het geval. De papa van de jongen die geslagen was, kwam naar school om te praten met de juf. De mama van het kind die geslagen had, was ook aanwezig. De mama is een leerkracht op onze school. Ze vertelde ons dat haar zoon zo kwaad was dat hij zelfs een beuk in haar auto heeft geslagen. Er werd die ochtend gepraat met de twee ouders.


Toen ik aankwam op school, zag ik een gevecht. Ik liep er meteen heen om de kinderen uit elkaar te halen. Het was niet zomaar een gevecht, want het ging er heel heftig aan toe! De kinderen schopten, sloegen met de vuist, … Ze duwden zelfs kinderen tegen de grond, om er daarna op te slaan met de vuisten. Terwijl ik deze kinderen aan het zeggen was dat dit niet kon, mocht een van mijn medestagiaires, Charlotte, al naar een andere groep jongeren. Het was eigenlijk verschrikkelijk, want op dezelfde dag heb ik vier ruzies moeten stoppen. Ik denk dat er heel dringend iets moet gebeuren op dit vlak. De juffen reageren hier zelfs niet op en laten de kinderen verder vechten. (ICOM 2.3. Culturele veerkracht en 4.8. Emotionele stabiliteit)


Het kinderhuis. 



Op donderdag 17 maart 2016 gingen we samen met een juf van de leerschool naar het kinderhuis ELIM van de HEER. Het kinderhuis ELIM van de HEER bevindt zich in de Cassialaan 72, in Houttuin. Dit is op wandelafstand van onze school. Het schoolhoofd had voor ons een afspraak gemaakt, zodat we het kinderhuis konden bezoeken. Het kinderhuis is een weeshuis. We kregen informatie over de opstarting, de gebouwen, de werking, … De kinderen waren jammer genoeg niet aanwezig, want zij hebben meestal in de voormiddag les. In totaal werken er negen begeleiders in het kinderhuis om 21 kinderen te verzorgen. Daarvan zijn er zes begeleiders elke dag en nacht aanwezig. Om een thuisgevoel te creëren leven er een man en een vrouw in het weeshuis. Het domein bezit heel veel dieren, een slaapplaats, een bibliotheek, keuken, enkele toiletten, …


Misschien eerst wat over de stichting van het Kinderhuis ELIM van de HEER. Mevrouw Singh en haar man hebben samen het kinderhuis opgericht, nadat ze een zeer gevoelige ervaring hebben meegemaakt met hun zoon. De zoon had de spierziekte van Duchenne in 1986. Hun gezin bestaat ook uit twee meisjes en nog een zoon. De andere zoon heeft ook de spierziekte van Duchenne. Kort nadat hun eerste zoon (12 jaar) overleed in 1995, heeft het gezin 56 kinderen opgevangen in hun huis, in Suriname.


De woonruimte was te klein en ze besloten een groter terrein te zoeken. In 1997 hadden ze dit terrein gevonden en kort daarna stond er een nieuw gebouw op. Na veel tegenslag, zoals een beroving, was het gebouw klaar op 7 maart 2002. Op die dag werd het gebouw geopend en ingewijd. De naam die ze kozen voor het kinderhuis ELIM van de HEER is niet zomaar gekozen. Dit betekent ‘Oase van God’, een plaats van voorzieningen in het leven. Op de eerste plaats staat vooral liefde, acceptatie, veiligheid en bescherming. ZE zorgen ervoor dat de kinderen een comfortabele slaapruimte hebben, voeding, begeleiding, educatie, medische hulp, … Elk kind, ongeacht het ras of achtergrond, krijgt hier een plaats. Hun taak bestaat uit het verzorgen van kinderen, opvang bieden en hulp verlenen aan weeskinderen, verwaarloosde of seksueel misbruikte kinderen en aan kinderen met spierdystrofie.


Het doel van het kinderhuis ELIM van de HEER:
  • De stichting heeft als doel hoop, hulp en begeleiding te bieden aan kinderen die dat nodig hebben.
  • Het vormen en hervormen van kinderen naar een gezonde geestelijke, lichamelijke en morele leefwijze, om een kwalitatieve generatie te vormen.
  • Hoop, veiligheid, acceptatie, gelukkig maken en liefde geven aan elk kind, ziek of gezond, ongeacht ras, kleur, sociale achtergronden of bestaan.
  • Een trainingsplaats voor kinderen in hun groei, in het leven van een vak of het helpen leiden in een door hun gewenste carrière. Zodat ze hun plaats in de maatschappij kunnen innemen en hun taak in dit leven als mens vervullen.
  •  Aan iedereen te tonen dat er een plaats is voor elk kind in een menswaardig bestaan en dat elk kind recht heeft om te leven of bestaan in de maatschappij en dat geen enkel kind ongewenst is.
Het kinderhuis heeft ook een aantal plannen die ze nog willen verwezenlijken:
  •           eigen bakkerij
  •          souvenirwinkeltje
  •           kleinschalige landbouw
  •           kwekerij
  •           computerlokaal om computerlessen te geven aan de kinderen van het tehuis en de omgeving.
  •           bejaardentehuis
  •           kantoor- en therapieruimte
  •          school met twaalf lokalen
  •           bibliotheek voor het tehuis en de kinderen van de omgeving









Geen opmerkingen:

Een reactie posten