maandag 25 april 2016

Waarom een ontwikkelingsstage? Waarom Suriname? Wat met ons project?



Het is al mijn voorlaatste blogbericht, want ik vertrek bijna huiswaarts. Mijn vlucht staat gepland op 5 mei 2016 om 17u30 Surinaamse tijd en 22u30 Belgische tijd. De dagen vliegen hier voorbij. Ik heb zelfs het gevoel dat ik geen tijd genoeg heb!
Vandaag was het weer zover. Ik moest na drie weken vakantie terug naar school. Gelukkig kon ik vandaag wat later opstaan, omdat we met de taxi gingen. We kozen voor de taxi, omdat we de zorgkoffers (gemaakt tijdens de vakantie) meenamen naar school. Vandaag, maandag 11 april 2016, ging ons project van start. Ons project draait rond kinderen helpen. We willen streven naar een krachtige leeromgeving. We willen de juffen en kinderen een duwtje in de rug geven. Je vraagt je waarschijnlijk af hoe we zo’n krachtige leeromgeving kunnen creëren. Hieronder een korte beschrijven hoe we aan de slag gingen met ons project.

Eerst misschien wat duiding bij mijn keuze. Ik koos voor een buitenlandse stage (ICOS-stage) omdat ik wilde leren omgaan met diversiteit. Ik wilde kennismaken met andere culturen; intercultureel gaan. Het was al jaren een droom van mij om eens in het buitenland te verblijven voor een langere periode en er te werken. De cultuur en de levensgewoontes van andere volkeren leren kennen en begrijpen. Deze ontwikkelingsstage, die ik aangeboden kreeg vanuit mijn school, was de kans die ik met beide handen moest grijpen. Het was ook een uitdaging om mezelf te ontdekken in een onbekende omgeving.
Ik vroeg me af of wij het echt zo goed hebben in België. Ik wilde met mijn eigen ogen zien of die stelling klopte. Ik wist wel dat er rijke en arme scholen bestonden en ik hoopte stiekem om kennis te maken met een ‘arme’ school. Mijn doel was om zoveel mogelijk hulp te bieden aan iedereen. Het land was een gemakkelijke keuze. Enerzijds omdat de cultuur me het meest aansprak, anderzijds omdat er geen taalbarrière was. Ik kon in mijn moedertaal lesgeven, wat zowel voor mij als voor de leerkrachten en leerlingen eenvoudiger was.
We worden omschreven als spontane, sociale en behulpzame meisjes. Ik kon dit nog eens bewijzen door met kindjes te gaan werken in een ander land. Mijn creativiteit werd gemotiveerd, omdat er hier heel weinig of zelfs geen materiaal voor handen is. Tijdens mijn stage in Suriname heb ik de kennis over mezelf en de wereld verruimd.

Nu wat uitleg bij ons project. Aan de hand van observaties en participatiestages in de kleuterklassen, merkten we snel welke noden de school had. Na overleg met de studenten van het lager onderwijs, beseften we dat dit ook het geval was in de lagere school. Er is heel veel diversiteit aanwezig in een klas. Hier houden de leerkrachten geen rekening met de diversiteit in een klas, waardoor alle kinderen gelijk behandeld worden. De lessen worden aan iedereen op dezelfde manier gegeven, zonder enige differentiatie. Er wordt ook geen rekening gehouden met de zone van de naaste ontwikkeling van het kind. De leerkracht onderzoekt niet waar het kind staat in zijn/haar ontwikkeling. We wilden vooral onderzoeken hoe wij, als studenten, konden werken aan een krachtige leeromgeving.

Op donderdag 10 maart 2016 was er een vergadering met de inspectie. We kregen de kans om vragen te stellen in verband met zorg. Wat we ons vooral afvroegen was of er in andere scholen ook geen differentiatie is. De inspectie vertelde ons dat deze school geen zorg heeft, maar dit wel nodig heeft. Hij was zeer tevreden dat we de noden van de school begrepen. Voor we startten met ons project, stelden we volgende enquête op.

Vul in:
·         Is er een zorgplan aanwezig in de school? Zo ja, hoe zit het zorgplan in elkaar?
·         Welke behoefte/nood voelt u met betrekking tot zorg?
·         Wat kunnen wij, als stagiaires, toevoegen aan het zorgplan?
·         Zijn er mensen die gespecialiseerd zijn in zorg aanwezig op jullie school? Wie biedt er zorg op jullie school? Bv. een zorgcoördinator
·         Zijn er leerlingen met specifieke beperkingen in jullie school? Zo ja, welke zorg krijgen deze kinderen?
·         Hebben jullie contacten met externen in verband met een specifieke kleuter?
·         Wat vindt u belangrijk in een school in verband met zorg?
·         Vindt u het belangrijk dat er gestart wordt vanuit het kind of vanuit het doel?
·         Hoe gaat u om met de verschillen tussen sterke en zwakke kinderen?
·         Hoe volgt u het kind op?
·         Hoe is het observatieschrift ingedeeld?
·         Gebruikt u dit observatieschrift vaak?
·         Noteert u geregeld dingen in het observatieschrift die u opvallen tijdens de lessen?
·         Hoe geeft u ontwikkelingskansen aan het kind?
·         Hoe vormt u een beeld van het kind?
·         Wat is de beste manier/methode om een kind op te volgen, volgens u?
·         Is er een onderwijsvisie aanwezig op school? Zo ja, wat houdt dit in?
·         Sluit uw visie op onderwijs aan bij die van de school?
·         Wat is uw visie op onderwijs als leerkracht?


Toen we de enquêtes terugkregen, ontdekten we dat er een vraag was naar het begeleiden van kinderen, het opstellen van een zorgplan, … De leerkrachten merkten zelf op dat er nood was aan zorg. Eigenlijk kan dit al beginnen met een kleine differentiatie of hulp die kinderen krijgen in de les. Met behulp van de enquêtes maakten we onze zorgkoffers. Deze linkten we aan de 8 intelligenties van Gardner.

Je hebt dus 8 zorgkoffers: 

  • Beweegknap 
  • Beeldknap 
  • Woordknap 
  • Rekenknap 
  • Zelfknap 
  • Mensknap 
  • Natuurknap 
  • Muziekknap 





We gingen aan de slag met onze koffers op maandag 11 april 2016. Bij aankomst op school was er controle van de inspectie. Het schoolhoofd vroeg ons om in de bibliotheek te wachten en geen kinderen uit de klas te halen. We schrokken en gehoorzaamden en daar zaten we dan, rustig te wachten in de bibliotheek. We gebruikten de tijd om onze koffers op orde te brengen en de uitwerking te verfijnen. Diezelfde dag werd er voor het eerst een vlaggenparade georganiseerd. Dit is blijkbaar verplicht in alle scholen. Het was een leuke ervaring om te zien dat de kinderen het volkslied van Suriname helemaal uit het hoofd kennen.

Op dinsdag 12 april 2016 was de inspectie nog steeds aanwezig. We mochten enkele kinderen uit de klas halen, maar niet veel. We begonnen met twee kinderen. Er heerste een gespannen sfeer tussen de leerkrachten, de inspectie en het schoolhoofd. Als student wisten we niet wat er aan de hand was, maar er was een onaangename sfeer. De hoofdkleuterleidster sprak me aan en vertelde me dat er geroddeld werd over het schoolhoofd. Alle leerkrachten moesten op gesprek met de inspectie.

In de ochtend van woensdag 13 april 206 was er een vergadering. Wij, als vier studenten, mochten de leiding nemen over de alle klassen. Axelle en ik moesten ons ontfermen over de kleuterklassen. De andere twee studenten namen klas 1 en 2 over. Nog andere klassen kregen een werkje. Het zesde jaar moest zelfs wachten in de kleuterafdeling, omdat de vergadering in hun klas doorging. Gelukkig duurde de vergadering maar 15 minuten. Wij wisten nog steeds niet wat er aan de hand was en namen, totaal onverwacht en zonder voorbereiding, de lessen over.

Na de vergadering gingen de juffen terug naar hun klassen. Mijn juf zei niets, nam zelfs de les niet over, maar liet me gewoon doen. Opeens kwam er een juf van de derde klas (3e leerjaar) naar groep 1 (de kleuterklas van de vierjarigen). Mijn juf vermeldde dat dit de nieuwe juf was. Voor mij was het heel verwarrend, want ik wist totaal van niets. We vonden het een heel rare situatie.

De sfeer was nog altijd gespannen tussen de leerkrachten toen we aankwamen op donderdag. Er gebeurden enkele dingen in de klas van groep 2 (kleuterklas van vijfjarigen). De juf vertrok met haar spullen en verliet de klas. Ze werd opgeroepen door de inspectie. Later op de dag kwam ze terug en verzamelde ze alle spullen uit de klas. Blijkbaar vertrok ze voorgoed. Ze moest de school verlaten, maar mocht wel in een andere school gaan werken. Dit noemen ze hier ‘gemuteerd’. Dit betekent dat ze de kans krijgt om in een andere school te werken. Na een gesprek met de leerkrachten ontdekten we dat ze ruzie hadden met haar en dat het beter was dat ze de school verliet. Ik was er behoorlijk van aangedaan, want het was een zeer goede juf! Ook de kinderen bleven achter met heel wat vragen. Ik moest zelfs kindjes ontgoochelen en zeggen dat hun juf niet meer terugkwam.


Voor we het wisten, stond het weekend voor de deur. Gelukkig konden we op maandag 18 april starten met onze zorgkoffers. Enkele leerkrachten kwamen een kijkje nemen en bestudeerden de koffers. Ze moesten kijken wat er in een koffer zat en konden de zorg meevolgen. Het is natuurlijk de bedoeling dat zij dit overnemen. Het schoolhoofd was zeer enthousiast en stuurde alle leerkrachten naar ons. Wij zijn heel blij met alle positieve reacties. Er zijn veel juffen die vragen stellen en willen meehelpen. We merkten een evolutie, zowel bij de leerkrachten als bij de kinderen. De kinderen staan zelfs te popelen om naar de zorgklas te komen.

(ICOM: 4.5. Openheid, 4.3. Zelfvertrouwen hebben, 4.8. Emotionele stabiliteit, 5.3. Kennis hebben van de beroepsuitoefening in andere landen)

zondag 10 april 2016

Tijd voor ontspanning!

Brownsberg

We zitten ondertussen al aan de laatste week van de paasvakantie en hebben er al anderhalve week opzitten. Wat vliegt de tijd hier in Suriname! We proberen alles uit een dag te halen, maar voor we het weten is het al avond. Tijdens de eerste week hebben Axelle en ik heel wat gewerkt aan onze bachelorproef. We hadden dus zeker wat ontspanning verdiend. Dus trokken we, op 26 maart 2016, richting Brownsberg met een aantal studenten. 

Brownsberg is een natuurreservaat in het district Brokopondo, in Suriname. Het gebied ligt op een berg, met een top op 400 meter. Er is heel wat fauna en flora aanwezig in deze streek. Dit gebied is een tropisch regenwoud en het maakt deel uit van het Amazoneregenwoud, het grootste regenwoud op aarde. Eigenlijk een heel toepasselijke naam, want de regen was van de partij.

Nadat we vertrokken, om negen uur, maakten we een tussenstop bij het Brokopondostuwmeer. Dit is een stuwmeer met een oppervlakte van 135 duizend hectare en ligt in het Brokopondodistrict. Het stuwmeer was erg groot en impressionant. We beklommen een kleine helling, waardoor we een heel mooi overzicht hadden over het stuwmeer. Het uitzicht was werkelijk prachtig.

Daarna reisden we verder en kwamen we aan in Brownsberg. We reden op wegen door de jungle om onze verblijfplaats te bereiken. Op die verblijfplaats hadden we een prachtig uitzicht. Jammer dat we door het slecht weer niet lang konden genieten van dat panorama.



Even later vertrokken we richting de ‘Leoval’. De wandeling naar de waterval was zeer rustig. We kwamen aan en iedereen besloot een duikje te nemen in het ijskoude water. De waterval was prachtig! Tijdens de tweedaagse konden we drie watervallen bezichtigen, namelijk de Leoval, de Irenval en de Kumbuval. Om de laatste twee watervallen te bereiken, wandelden we van hoog naar laag en van laag naar hoog. Met spijt in ons hart mochten we niet tot de hoogste top klimmen, want het weer zat niet mee en de tocht zou te gevaarlijk zijn. Helaas konden we de vierde waterval, de Mazaronval, niet zien. Ik heb enorm genoten van de uitstap. Het was zeer vermoeiend, maar wandelen in deze natuur is het mooiste dat je mij kan geven!










Galibi

We stonden op donderdag 31 maart 2016, om negen uur, opnieuw klaar voor onze volgende uitstap. Onze bestemming? Galibi. Eerst reden we met de bus richting Albina. Dit is een ressort en de hoofdstad van het district Marowijne, in Suriname. De plaats ligt ongeveer 140 kilometer ten oosten van Paramaribo. Het ligt tegenover Saint-Laurent-du-Maroni (Frans-Guyana). Bij aankomst werden we opgewacht door de kapitein van de boot.





We maakten met de studenten een lange rij, zodat we onze bagage snel in de boot kregen. Daarna vertrokken we naar Galibi om kennis te maken met onze verblijfplaats voor die nacht. Na de wilde, natte boottocht van een dikke twee uur, kwamen we aan in een paradijs. We zagen alleen maar palmbomen, zee en strand. Spijtig dat ik de zon niet kon toevoegen aan dit lijstje. We lieten dit niet aan ons hart komen. Toen we onze bagage gedropt hadden, maakten we een wandeling op de mooie stranden van Galibi. Tijdens deze wandeling zagen we een dode schildpad. ’s Avonds zouden we op zoektocht gaan naar levende schildpadden. We keken er enorm naar uit!
Om 19 uur aten we een maaltijd en speelden we enkele spelletjes. Pas rond 22u30 vertrokken we naar het strand om zeeschildpadden te zoeken. We hadden een lange broek aan en gesloten schoenen. Mike, onze begeleider, liep voor ons en wij volgden. We moesten wel lang wandelen voor we de eerste zeeschildpad zagen. Ik had nooit gedacht dat dit zo’n grote dieren waren! We mochten geen licht of lawaai maken, zodat de dieren niet schrokken. De zeeschildpadden kwamen aan land om hun eitjes veilig te verbergen. Toen we wachtten om een zeeschildpad van dichtbij te zien, kon ik mijn ogen niet van de sterrenhemel houden. Zoveel sterren had ik nog nooit gezien. Ze lichtten de volledige hemel op.












We zagen maar twee zeeschildpadden en daarna vertrokken we terug naar onze slaapplaats. Onderweg besliste ik met Floor en Axelle om buiten te slapen. Toen we terug waren, maakten we ons volledig klaar. We verplaatsten de tafels en verlegden de matrassen en daar lagen we dan, midden in de natuur. Het was een korte, maar fijne nachtrust. We kwamen wakker op een mooi, wit strand en hoorden de golven. Het was leuk om op die manier wakker te worden. Niemand had een ochtendhumeur!


We stonden op en brachten alles terug naar binnen. Daarna namen we een frisse duik in het water en aten we onze boterhamen op. Uiteindelijk verzamelden we onze spullen en vertrokken we naar de boot. Er was nog even tijd om souvenirs te kopen van de schildpadden.

Frans-Guyana

Na Galibi vertrokken we richting Europa. Ja, je leest het goed, want we vertrokken naar Frans-Guyana. Het was echt even of ik in het zuiden van Frankrijk verbleef. Ze spraken er Frans, we konden betalen met euro’s en er was ook orde en netheid in de straten. Dit was helemaal in tegenstelling tot de straten in Suriname. Oh, wat ik niet mag vergeten te vertellen! We kochten een croissant… Je kan totaal niet voorstellen hoe dit, na twee maanden, gesmaakt heeft.

Onze uitstap liep op zijn eind en we vertrokken richting Paramaribo. Het was een van de mooiste trips die ik tot nu toe heb gedaan!

UNESCO werelderfgoed

Van donderdag 7 april tot en met zaterdag 9 april 2016 maakten we onze laatste uitstap. De bestemming? Voltzberg. Voltzberg is een natuurreservaat dat sinds 2000 op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Het is dus een beschermd gebied. De Raleighvallen en Voltzberg zijn gelegen aan de Coppenamerivier. De Voltzberg is ongeveer 240 meter hoog. Er zijn, volgens onze begeleider, 359 diersoorten aanwezig.




De eerste dag draaide vooral rond het reizen. Om 07u20 kwam de vaste buschauffeur ons ophalen aan onze woonplaats. Daarna vertrokken we richting Witagron, een Kwinti-dorpje aan de oostelijke oever van de Coppenamerivier. We maakten een tussenstop bij een vliegveld en reden daarna verder. De weg ernaartoe was enorm avontuurlijk. De bus reed door de savannes en door het tropisch regenwoud van Witagron. Na zes uren kwamen we eindelijk aan. Je kan al gaan denken hoe lastig de busrit was. Toen we aankwamen in Witagron was het nog niet voorbij. Een boottocht van twee uren en een half stond ook nog op het programma. Nadat alles was ingeladen, vertrokken we richting onze verblijfplaats in Voltzberg. Onze begeleider was een ervaren Kwinit-bootsman. De bootsman reisde langs tal van rotsblokken. Toen we onze bestemming bereikten, waren sommigen moe en konden ze niet meer wachten op het avondeten. We kregen meteen iets te eten. Ja, je kan het al raden, bami natuurlijk! We konden enkele Doodskopaapjes aanraken, wat als dierenvriend leuk meegenomen was.

Dag twee startte toen onze begeleider ons wekte om 6u50. Om 8u moesten we zeker klaarstaan. Hij wilde dat we de tijd namen om stevig te ontbijten en onze rugzak klaar te maken voor vertrek. In mijn rugzak zat 2 liter water, zonnecrème, een camera, een sandwich en druivensuiker. Ik was klaar om de Voltzberg te beklimmen. Voor we van start gingen met de beklimming, reisden we nog een tiental minuten met een bootje. De beklimming was in totaal 16 kilometer, heen en terug. Het was een flinke wandeltocht door een prachtig, tropisch regenwoud. We liepen langs kleine kreekjes en over verschillende rotsen. Door heuvellandschappen zetten we onze tocht verder. We kregen de tip om stil te zijn indien we dieren wilden zien. De gids gaf uitleg over verschillende bomen en vogels die hij hoorde fluiten. Helaas hebben we geen dieren gezien. Na enkele uren klimmen, bereikten we de top van de Voltzberg. Deze berg bestaat uit drie plateaus. Ik beklom alle plateaus en kon bovenaan genieten van de prachtige natuur. Ik had wel even de tijd nodig om uit te blazen. Op de top konden we het aangename geluid van de brulapen horen. Aan het einde van de wandeling konden we even rusten aan een waterval. Kort daarna kwam de boot ons terug ophalen. Toen we onze verblijfplaats terug bereikten, konden we genieten van verfrissend water en lekker eten. Die avond was prachtig. Enkele Raleighboys zongen en speelden op muziekinstrumenten bij een zalig kampvuur. We sloten de avond gezamenlijk af en hadden er enorm van genoten.
Dag drie brak snel aan en we begonnen aan onze laatste uitstap. We bezochten een moedervallei, maar daarvoor moesten we een uurtje wandelen. We konden er niet in zwemmen, omdat er soms dieren in het water zitten. Het was te gevaarlijk. Gelukkig was het uitzicht prachtig! De wandeling naar de moedervallei was voor mij het ideale moment om te genieten van de laatste stukjes natuur. Daarna vertrokken we opnieuw richting Witagron. De boottocht duurde helaas iets langer in het terugkeren door een defecte motor. De buschauffeur stond ons op te wachten en op de hobbelige baantjes keerden we terug naar ons huisje.
Ik was alweer een ervaring rijker. Een ervaring die me niemand ooit zal afnemen.

zondag 3 april 2016

Holi Phagwa vieren op school. 


Voor ik begin aan mijn blogbericht wil ik even wat meer duiding geven bij het feest. Holi Phangwa is een hindoestaans feest dat jaarlijks gevierd wordt in maart. Het is eigenlijk een combinatie van een lentefeest, een feest van overwinning van het goede op het kwade en een nieuwjaarsfeest. Volgens de hindoekalender wordt dit feest gevierd op de dag na volle maan. Op de dag van de volle maan vindt er een verbranding plaats. Er gaan enkele rituelen vooraf, die je op onderstaand filmpje kan volgen. De stapel ziet er heel groot uit en bovenaan zie je een heks die verbrand moet worden.
De laatste schooldag voor de vakantie wordt hier heel kleurrijk gevierd. De kinderen hebben vakantie vanaf 22 maart. Het is inderdaad bijna één week vroeger dan ons, maar dit komt door het begin van het feest, Holi Phagwa.





Op maandagmorgen kwamen de kinderen in hun uniform naar school, maar in hun boekentas zaten huiskleren en Phagwapoeder. Alle kinderen hadden tussen 08u en 09u30 les. Wellicht zaten ze op hun schoolbanken af te tellen tot het 10 uur was. De juf had voor de korte les een klassengesprek rond Phagwa voorbereid. Op die manier wisten de kinderen waarom ze vroeger vakantie hadden. Bij de aankomst op school zagen we dat er enkele voorbereidingen aan de gang waren. Er kwamen een aantal dj’s langs met boxen en een grote installatie. Deze boxen moesten getest worden en dit gebeurde tijdens de lessen. Je kan al gaan raden dat de lessen snel verstoord waren en dat de kinderen begonnen te dansen.


Om 09u30 vulde ik, samen met de juf, potjes met eten. Het eten werd meegebracht door een aantal kinderen. Hun mama had het eten klaargemaakt. Andere kinderen hadden soft mee of hadden een bijdrage geleverd. Toen alle potjes gevuld waren, bediende ik de kinderen. Ze kregen stroop, een potje met eten en een dessertje. De stroop is hier een soort van grenadine die wij kennen. Er was ook cola, maar de juf wilde eerst samen de stroop opdrinken. Dit is natuurlijk veel gezonder. Het potje met eten was gevuld met kip, aardappelen in curry, komkommer en azijnsaus. Samen genoten we van de heerlijke maaltijd.


Na het eten barstte het feest los. De kinderen mochten eindelijk naar buiten om te genieten van een modeshow. Dit was echt prachtig om te zien, omdat alle kinderen heel mooi gekleed waren. Daarna leerden enkele kinderen van de leerschool een liedje en een dansje aan. Ik wachtte in spanning af wanneer het Phagwapoeder gegooid werd. Toen alles op zijn eind liep, gingen alle kinderen terug naar binnen. Ze mochten eindelijk het poeder uit hun tas halen. Op dit moment had iedereen gewacht! We gingen samen naar buiten en daar begonnen de kinderen het poeder in het rond te gooien. De poeders kwamen voor in verschillende kleuren. Het was eigenlijk heel mooi om alle kinderen te zien gooien naar elkaar. Wij waren wel het doelwit, want de andere juffen namen niet deel aan het poedergevecht.
Het was heel fijn om dit mee te maken. Officieel gezien mag het poedergevecht pas starten vanaf 23 maart (zie uitleg feest bovenaan). Dit kwam omdat er op dinsdagavond 22 maart een ‘holiverbranding’ plaatsvond in Domburg. Dit is een verbranding van het kwade. Daarna kunnen de mensen aan het feest beginnen. Het feest bestaat uit dans, zang, eten, strooien met gekleurd poeder, parfum en water.
Misschien hieronder nog wat uitleg bij de verbranding.


“Er was eens een heel slimme jongen die vaak over God vertelde. Niet iedereen vond dit even fijn. Een heks, Holika, nam hem mee naar een verbranding. De heks en de jongen stonden samen op de brandstapel. De heks droeg daarbij een speciale sjaal. Deze sjaal kon haar redden van het vuur. Blijkbaar zou de sjaal verwisseld zijn, waardoor de jongen niet verbrand werd en de heks wel. De heks werd gedood en verloor haar strijd. Ze zeggen dat het jongentje levend uit de brandstapel gekomen is door de hulp van God.” (ICOM: 3.1. Internationaal oriënteren)






























Oudercontact. 



 Op dinsdag 22 maart 2016 was er oudercontact. De kinderen krijgen een lettercode mee per vak. Hieronder zijn de codes geordend van slecht naar goed. Dit wordt ook zo gecommuniceerd naar de ouders toe.
  •           onvoldoende = ON
  •           matig = M
  •           voldoende = V
  •           goed = G

Alle activiteiten die in de week gegeven werden, kregen een lettercode. De vakken waarop de kinderen getoetst werden, vind je hieronder.
  •           taal
  •           beweging
  •          gedrag
  •           voorbereidend schrijven
  •          lezen
  •          oriëntatie op jezelf
  •          bewegingsverhaal
  •          halfvrij spel
  •          werken
  •          

Ouders krijgen geen tijdstip voor het oudercontact. Veel ouders stonden al aan de deur te wachten om 08u. Alle ouders mochten binnenkomen en ik deelde de schriften van de kinderen uit. Ik gaf de plak- en tekenschriften, maar ook de werkblaadjes en het boek ‘spelen met klanken’. Vooraf konden de ouders alle documenten inkijken en daarna mochten ze tot bij de juf gaan voor een bespreking en het rapport.

Het is opvallend dat vooral de onvoldoendes van het kind besproken werden. De juf zei bijna over elk kind dat hij/zij koppig is en niet luistert. Het was erg om de reactie te zien bij de ouders en te weten hoe ze ermee zullen omgaan. Sommige ouders gingen hun kind een tik (hier is dit hard slaan) geven. De kinderen krijgen hier nog lijfstraffen voor een slecht rapport. Ik mag dit niet veralgemenen, maar zag toch bij de meeste ouders dezelfde reactie. Ik was enorm geschrokken en wist niet hoe ik hierop kon reageren. Het liet mijn juf koud en ze ging gewoon verder met de bespreking. Daarna vertelde de juf me dat het hier normaal is dat de kinderen af en toe een tik krijgen.

Het wachten duurde bij sommige ouders te lang en er ontstond een conflict. Ik mocht de rapporten van de kinderen met goede quoteringen zomaar meegeven met de ouders. Het was zielig om het gezicht van de ouders te zien wanneer ik hen geen rapport kon overhandigen. Ik mocht van de hoofdkleuterleidster het rapport van een kleuter bespreken met zijn vader. Het kind is minder goed op deze school door een motorische beperking. Ik voelde mij er even niet goed bij en wist niet hoe ik dit aan de man moest brengen. Ik merkte al snel dat de papa heel lief was en dat hij begreep dat de school te moeilijk is voor zijn kind. Hij wist dit zelf ook, maar de procedures om een kind in het buitengewoon onderwijs een kans te geven zijn, slepen enorm lang aan. Ik vertelde hem dat ik na de vakantie samen met het kind zou oefenen. De papa had heel veel respect voor het geduld dat ik heb met zijn kind. Hij zei dat hij zelf soms zijn geduld wel eens verliest.

Ik kan besluiten dat het oudercontact niet goed georganiseerd was, maar het was wel eens een goede belevenis. (ICOM: 2.9. Multiperspectiviteit, 4.1. Zelfstandigheid, 4.4. Openheid en 4.8. Emotionele stabiliteit)


Pasen? Ja, dat vieren ze hier ook. 


Raar, maar waar: Pasen wordt hier ook gevierd. Niet alle kleuters vieren het feest, want dit is afhankelijk van hun geloof. Vandaag was het de eerste dag dat er rond Pasen werd gewerkt. Het nieuwe thema werd ingeleid aan de hand van een mooie bordtekening. Er stond een paashaas met een paasmandje op. De bordtekening werd vooral gekoppeld aan het leergesprek. Tijdens het leergesprek was het de bedoeling dat de kleuters twee nieuwe woorden aanleerden. De woorden die ze leerden, waren ‘paasmandje’ en ‘paaskonijn’. Hier spreken ze niet van een paashaas. De bordtekening, die de juf gebruikte tijdens het leergesprek, was heel mooi getekend en de nieuwe woorden stonden bij de tekening genoteerd. Toen ik naar het bord keek, zag ik een fout. Er stond ‘de paaskonijn’ en ik wist even niet goed wat ik moest doen of hoe ik het aan de juf kon vertellen. Mijn juf is nog altijd afwezig en het was de hoofdkleuterleidster die de les gaf. Ik ervaarde in mezelf een tegenstrijd. Aan de ene kant wilde ik het zeggen aan de juf, want de kleuters kunnen toch maar moeilijk een fout aanleren. Aan de andere kant was ik bang om het te melden, want ik wilde niet als een betweter overkomen. Tijdens haar leergesprek zeg ik niet zomaar mijn mening. Ik dacht de hele les na hoe ik het op een beleefde manier kon verwoorden. Ik raapte mijn moed bij elkaar en ging na de les tot bij de juf. Ik zei haar heel beleefd dat er een fout op het bord stond, dat het niet ‘de paaskonijn’ is, maar dat we spreken over ‘het paaskonijn’ of ‘de paashaas’. De juf reageerde wat verward en wijzigde het lidwoord niet meteen. Pas na de pauze zag ik dat ze het gecorrigeerd had. Ik was best trots op mezelf, want ik had mijn moed samengeraapt en mijn mening gedeeld met de juf. Ik heb durven zeggen dat er een fout op het bord stond.

De les werd op een enorm leuke manier gegeven. De juf stelde enkele vragen, maar ze maakte ook gebruik van een aantal elementen om te bewegen. De kleuters mochten bijvoorbeeld bewegen als een paaskonijn en dus sprongen ze in het rond. Ze telden samen hoeveel konijn er waren en vergeleken verschillende konijnen met elkaar. De juf gebruikte, net zoals in België, aanschouwelijk materiaal. Ik vond het zeer positief dat ze stilstond bij het feit dat niet alle konijnen hetzelfde zijn. Ze legde duidelijk de verschillen uit, zoals het kleur, de grootte, de poten, … Het was aangenaam om de les te observeren en de kleuters te zien bewegen. Ze hadden allemaal een glimlach op hun gezicht.

Vooraf maakte de juf duidelijk dat het nieuwe thema ‘Pasen’ was. Ze legde de link uit met de vakantie en met Jezus. Alles werd in detail besproken. Ik vond het heel goed dat de juf duidelijk schetste waarom de kleuters vakantie hebben en wat er allemaal zou gebeuren in de vakantie. Ze vermeldde ook dat het paaskonijn niet bij alle kinderen op bezoek zou gaan, doordat ze een ander geloof hebben. De juf stond voldoende stil bij de verschillende geloven. Heel positief! Het is tenslotte een openbare school. (ICOM: 4.3. Zelfvertrouwen hebben en 5.3. Kennis hebben van de beroepsuitoefeningen in andere landen) 


















Toetsing? Ja, ook in de kleuterklas. 



Op dinsdag 15 en woensdag 16 maart 2016 werden de kinderen van vier jaar getoetst. De kleuters krijgen voor de paasvakantie een schoolrapport, opgesteld door het Ministerie van Onderwijs, mee naar huis. In dit rapport zitten een aantal toetsingen met quotering. Die quotering is ofwel onvoldoende, matig, voldoende of goed. Toen ik hoorde van een schoolrapport, dacht ik niet meteen aan dit soort quotering. Ik had meer een tentoonstelling van hun werkjes in gedachten. Niets was minder waar! De kleuters krijgen een volledige quotering op verschillende zaken in de klas, zoals muzische vorming, beweging, werken, oriëntatie op jezelf, taal, voorbereidend schrijven …


Ik dacht dat de quotering gebaseerd was op de werkstukken en observaties van de vorige weken. Dit was helaas niet het geval. Ik geef even een voorbeeld voor muziek. De kleuters moesten elk om beurt naar voren komen om hun ‘toets’ af te leggen. Ze moesten voor de hele klas een liedje zingen. Ze hadden de keuze uit de verschillende liedjes die ze geleerd hadden doorheen het jaar. Alhoewel kiezen misschien een groot woord is, want sommige kleuters kregen een liedje opgelegd door de juf. Ik vond dit behoorlijk erg, want sommige kinderen waren heel verlegen en spreken een andere taal. Nog erger was de quotering die de kleuters meteen te horen kregen. Een kleuter die onvoldoende haalde, kreeg het volgende te horen: “Je hebt een onvoldoende en mag niet over naar het volgende jaar!”. Toen ik dit hoorde, moest ik even slikken. Ik keek even op, maar keek meteen terug naar beneden. Ik wist totaal niet hoe ik moest reageren. Ik probeerde naar het kind te kijken, maar dit lukte me niet zo goed. Ik had zo’n compassie dat ik er tranen van in mijn ogen kreeg.


De kleuters werden telkens op iets anders gequoteerd. Op woensdag 16 maart 2016 was het een quotering op een versje, zingen en klanken uitspreken. Morgen zou het wellicht iets anders zijn. De juf had sommige rapporten al ingevuld. Ik was blij dat ik ze eens mocht inkijken. Al snel merkte ik dat bepaalde kinderen voorgetrokken werden. De juffen hebben hun lievelingetjes en dit valt op. Ik had bijvoorbeeld gehoord dat er een kind het lied niet goed kon, maar waar de juf telkens hielp. Toen ik de punten zag, wist ik meteen dat dit niet klopte. Het kind kreeg ‘goed’, terwijl hij het lied eigenlijk niet kon. Ik merk ook dat dit kind altijd de beurten krijgt, altijd mag als eerste mag kiezen voor de hoeken, …
Ik vond de manier van toetsen vreselijk. Wij toetsen de kleuters ook, maar niet op deze manier. Meestal doen we dit aan de hand van observatielijsten, werkjes, … Ik vond het schokkend om te zien. De teleurstelling bij de kinderen en vooral de schrik om het te vertellen aan de ouders was enorm. (ICOM: 2.1. Culturele zelfkennis, 2.3. Culturele veerkracht en 2.5. Culturele kennis)


Vechten op school? 


De laatste dagen zijn de kinderen vaak aan het vechten op de speelplaats. Woensdag na school had er een jongen van de leerschool een kind geslagen en ontstond er een gevecht. Later bleek dat het kind die geslagen had, uitgedaagd werd door kinderen in zijn klas. Er werden propjes en pijltjes gegooid tijdens de lessen. Het was zielig om te zien. We dachten dat het op donderdag 17 maart 2016 opgelost zou zijn, maar dit was niet het geval. De papa van de jongen die geslagen was, kwam naar school om te praten met de juf. De mama van het kind die geslagen had, was ook aanwezig. De mama is een leerkracht op onze school. Ze vertelde ons dat haar zoon zo kwaad was dat hij zelfs een beuk in haar auto heeft geslagen. Er werd die ochtend gepraat met de twee ouders.


Toen ik aankwam op school, zag ik een gevecht. Ik liep er meteen heen om de kinderen uit elkaar te halen. Het was niet zomaar een gevecht, want het ging er heel heftig aan toe! De kinderen schopten, sloegen met de vuist, … Ze duwden zelfs kinderen tegen de grond, om er daarna op te slaan met de vuisten. Terwijl ik deze kinderen aan het zeggen was dat dit niet kon, mocht een van mijn medestagiaires, Charlotte, al naar een andere groep jongeren. Het was eigenlijk verschrikkelijk, want op dezelfde dag heb ik vier ruzies moeten stoppen. Ik denk dat er heel dringend iets moet gebeuren op dit vlak. De juffen reageren hier zelfs niet op en laten de kinderen verder vechten. (ICOM 2.3. Culturele veerkracht en 4.8. Emotionele stabiliteit)


Het kinderhuis. 



Op donderdag 17 maart 2016 gingen we samen met een juf van de leerschool naar het kinderhuis ELIM van de HEER. Het kinderhuis ELIM van de HEER bevindt zich in de Cassialaan 72, in Houttuin. Dit is op wandelafstand van onze school. Het schoolhoofd had voor ons een afspraak gemaakt, zodat we het kinderhuis konden bezoeken. Het kinderhuis is een weeshuis. We kregen informatie over de opstarting, de gebouwen, de werking, … De kinderen waren jammer genoeg niet aanwezig, want zij hebben meestal in de voormiddag les. In totaal werken er negen begeleiders in het kinderhuis om 21 kinderen te verzorgen. Daarvan zijn er zes begeleiders elke dag en nacht aanwezig. Om een thuisgevoel te creëren leven er een man en een vrouw in het weeshuis. Het domein bezit heel veel dieren, een slaapplaats, een bibliotheek, keuken, enkele toiletten, …


Misschien eerst wat over de stichting van het Kinderhuis ELIM van de HEER. Mevrouw Singh en haar man hebben samen het kinderhuis opgericht, nadat ze een zeer gevoelige ervaring hebben meegemaakt met hun zoon. De zoon had de spierziekte van Duchenne in 1986. Hun gezin bestaat ook uit twee meisjes en nog een zoon. De andere zoon heeft ook de spierziekte van Duchenne. Kort nadat hun eerste zoon (12 jaar) overleed in 1995, heeft het gezin 56 kinderen opgevangen in hun huis, in Suriname.


De woonruimte was te klein en ze besloten een groter terrein te zoeken. In 1997 hadden ze dit terrein gevonden en kort daarna stond er een nieuw gebouw op. Na veel tegenslag, zoals een beroving, was het gebouw klaar op 7 maart 2002. Op die dag werd het gebouw geopend en ingewijd. De naam die ze kozen voor het kinderhuis ELIM van de HEER is niet zomaar gekozen. Dit betekent ‘Oase van God’, een plaats van voorzieningen in het leven. Op de eerste plaats staat vooral liefde, acceptatie, veiligheid en bescherming. ZE zorgen ervoor dat de kinderen een comfortabele slaapruimte hebben, voeding, begeleiding, educatie, medische hulp, … Elk kind, ongeacht het ras of achtergrond, krijgt hier een plaats. Hun taak bestaat uit het verzorgen van kinderen, opvang bieden en hulp verlenen aan weeskinderen, verwaarloosde of seksueel misbruikte kinderen en aan kinderen met spierdystrofie.


Het doel van het kinderhuis ELIM van de HEER:
  • De stichting heeft als doel hoop, hulp en begeleiding te bieden aan kinderen die dat nodig hebben.
  • Het vormen en hervormen van kinderen naar een gezonde geestelijke, lichamelijke en morele leefwijze, om een kwalitatieve generatie te vormen.
  • Hoop, veiligheid, acceptatie, gelukkig maken en liefde geven aan elk kind, ziek of gezond, ongeacht ras, kleur, sociale achtergronden of bestaan.
  • Een trainingsplaats voor kinderen in hun groei, in het leven van een vak of het helpen leiden in een door hun gewenste carrière. Zodat ze hun plaats in de maatschappij kunnen innemen en hun taak in dit leven als mens vervullen.
  •  Aan iedereen te tonen dat er een plaats is voor elk kind in een menswaardig bestaan en dat elk kind recht heeft om te leven of bestaan in de maatschappij en dat geen enkel kind ongewenst is.
Het kinderhuis heeft ook een aantal plannen die ze nog willen verwezenlijken:
  •           eigen bakkerij
  •          souvenirwinkeltje
  •           kleinschalige landbouw
  •           kwekerij
  •           computerlokaal om computerlessen te geven aan de kinderen van het tehuis en de omgeving.
  •           bejaardentehuis
  •           kantoor- en therapieruimte
  •          school met twaalf lokalen
  •           bibliotheek voor het tehuis en de kinderen van de omgeving