Kaaimannen spotten
Zaterdagavond werden we door Raggie, onze begeleider,
uitgenodigd om eens te proeven van een lokaal biertje. Het klein festival, om
het nieuwe bier ‘Parbo bier Radler’ voor te stellen, ging door in de Hermentage
mall. We konden genieten van het drankje met leuke optredens. Gelukkig kropen
we vroeg in bed, want zondag moesten we heel veel lessen voorbereiden.
Op maandag 29 februari 2016 gingen we kaaimannen spotten. Om
17 uur werden we verwacht in Lillydorp om op uitstap te gaan. Dit ging door ’s
avonds, omdat de kaaimannen dan pas actief zijn. En effectief hoor, we zagen
heel wat kaaimannen. Hiervoor moesten we met een bootje varen en dit was
VERSCHRIKKELIJK! Ik moet toegeven dat ik behoorlijk bang was. Toen ik in het
bootje stapte, kantelde de boot volledig naar de ene kant. Evenwicht houden was
de boodschap! Daarna zat er iets vast in de schroef, waardoor we stilvielen
tussen de kaaimannen. Uiteindelijk waren er ook nog eens problemen met de
motor, waardoor we niet meer konden varen. Het was een hels avontuur! We konden
wel wilde kaaimannen vasthouden in onze handen en dat was eigenlijk de
bedoeling van onze uitstap…
“Hoe verloopt een eerste moment op school?” Een vraag die veel gesteld wordt.
De kinderen komen aan op school en wachten op het speelerf
tot de deuren van de klas opengaan. Als de deuren opengaan, moeten de kleuters
binnengaan in hun eigen klas. Hier spreek ik enkel en alleen over de kleuters.
De kinderen van de leerschool (lagere school) moeten wachten tot de bel gaat om
in de rij te staan. Daarna gaan zij gezamenlijk de klas binnen. (ICOM 2.5.:
Culturele kennis)
De kleuters stoppen hun boekentas in de kast en zitten
daarna op hun stoel. Ze spelen dus niet buiten. Ze moeten wachten tot de juf
aanwezig is en tot de bel gaat. De bel is hier niet zoals in België. Dit is
geen elektronische bel, maar een kind van groep 8 (zesde leerjaar) moet de bel
met de hand bedienen.
Het ochtendonthaal bestaat wel in deze school, maar is niet
zoals wij gewoon zijn. De juf start meteen met het lied ‘goedemorgen’ en daarna
wenst ze de kleuters een goedemorgen. Wat heel kenmerkend is, is dat de
kinderen altijd in twee woorden antwoorden. Bijvoorbeeld: “Ja, juf.”, “Nee, juf”
,… Ze moeten bij alles wat ze zeggen ‘juf’ vermelden, anders wordt het antwoord
niet geaccepteerd. Na het lied sommen de kleuters de dagen van de week op. De
juf zegt: “Vandaag zijn we maandag 29 februari 2016”. Soms zeggen de kleuters
dit mee in koor. Daarna zeggen ze de maanden van het jaar op.
Nadien starten ze met een aantal oefenmomenten, zowel voor
taal als voor rekenen. De kleuters moeten de kleuren benoemen, moeten tellen
tot vijf aan de hand van bollen en eindigen met het opsommen van alle klanken
die ze geleerd hebben. Klanken opzeggen gebeurt als volgt: “Dit is de klank
‘m’. ‘m’ komt voor in: maan, mier, muskiet …”.
Ik vind het positief dat de dagen en maanden goed ingeoefend
worden. In België gebeurt dit niet in alle scholen met de maanden. Ik stel me
wel enkele vragen bij het opsommen van de klanken. Nu was het nog haalbaar,
doordat ze maar een vijftal klanken kennen. Mijn vraag is dan wat ze doen als
ze twintig klanken geleerd hebben. Hierop kreeg ik snel een antwoord. De juf
herhaalt altijd alle woorden. Of het nu vier of twintig woorden zijn, alle
woorden moeten geoefend worden. Hoe meer ze oefenen, hoe beter.
Ik dacht eraan om een weeklijn en het weer aan te brengen in
klas, maar dit is niet zo’n goed idee. De kinderen zouden elke dag hetzelfde
plaatje (prent) moeten gebruiken, want de zon schijnt hier altijd. Misschien
kunnen ze wel de seizoenen bespreken, zodat de kinderen weten wanneer het droge
regentijd is. (ICOM 4.5.: Openheid)
Er wordt constant frontaal les gegeven en daarmee heb ik het
soms moeilijk. Kleuters hebben nood aan beweging en verandering. De
onderwijsstijl is hier helemaal anders dan in België. Ze moeten alles nazeggen
als de juf hen iets aanleert. Raar hé, praten over aanleren in een kleuterklas.
Je kan de kleuterklas soms vergelijken met het eerste leerjaar in België. Het
is voor mij moeilijk om harde situaties onder ogen te komen. Ik word
geconfronteerd met mijn tederheid en liefdadigheid. Hier geeft de juf meteen reactie
als de kinderen iets niet goed doen, zoals ‘Jij bent suf in rekenen!’, ‘Jij
bent stout, je doet niet meer mee!’, … Sommige woorden komen hard aan bij een
kind en worden ook getoond met een strenge blik of een bepaalde aanraking.
(ICOM 4.8.: Emotionele stabiliteit)
Tijdens de speeltijd zingen de kinderen eerst een lied om
daarna van start te gaan met de maaltijd die ze meehebben. Ik spreek van een
maaltijd, omdat de meeste kinderen bami met kip, nasi, boterhammen, …
meehebben. Als hun maaltijd op is, mogen ze nog naar tante Es.
Tante Es is een winkeltje op school, waar ze een aantal
gerechten maken. Ze kunnen daar ijsjes, popcorn, gebakken bananen, worstjes,
bami of nasi kopen. Alle kinderen hebben geld mee om daarna nog iets te kopen
op school. De meeste kinderen nemen een ijsje en een zakje popcorn, dit voor
één SRD, dit is 0,18 euro.
Leve de schoolbus!
Op zondag 28 februari 2016 kregen we te horen dat de
leerkrachtenbus staakte. We hadden dus geen vervoer naar school. De juf stelde
voor om een bus van de staat in de stad te nemen richting Houttuin. We moesten
eerst enkele andere bussen nemen om in de stad te komen. We kozen ervoor om een
taxi te bellen, maar deze kwam niet opdagen. We moesten twee keer bellen voor
hij er was. Hierdoor waren we te laat op school. Gelukkig konden we de juf
verwittigen en was het geen probleem. In totaal zijn we 13 à 16 uren onderweg
geweest om naar school en terug naar huis te geraken. Stakingen zijn dus nog
erger dan bij ons…
Verhuizen!
Maandag 29 februari 2016 kreeg ik de kans om één activiteit
te organiseren op een Belgische manier. Het was fijn om eens mijn manier te
tonen. Ik ging van start met een actief tussendoortje om daarna af te sluiten
met een rustgevend tussendoortje. Ik bracht de kinderen in de sfeer door een
korte introductie met een verhuisdoos. Ik nam allerlei dingen in de klas en
stopte dit in mijn verhuisdoos. Ik benoemde alles wat ik nam. Daarna vertelde
ik een verhaal aan de hand van zelfgemaakte prenten. De titel van het verhaal
was: ‘Verhuizen’. Het was belangrijk om open te staan voor de manier van de
juffen. Ik gebruikte een ingeving van hen en gaf een deel van mijn les op hun
manier. Ik hield er rekening mee om het doel, de les, de afspraken en het slot
op hun manier te doen. Ik was gelukkig toen de juf vermeldde dat die activiteiten
vooraf heel tof waren en dat dit wel leuk is om over te nemen. Mijn werkpunt
was dat ik nog strenger mag optreden als kinderen niet aandachtig zijn. Ik mag
ze uit de groep halen en naast me plaatsen. Daarbij moet ik ook vermelden dat
het kind stout was en dit vind ik natuurlijk moeilijk. Het kind naast me
plaatsen kan ik wel, maar aan het kind zeggen dat hij/zij stout is en er
blijven op doordrammen is lastig. (ICOM 2.5.: Culturele kennis en 4.5.: Openheid)
Knutselen met zand
Vandaag kregen de kleuters een huis dat hetzelfde was als vorige
week. Deze keer moesten ze het huis bestempelen met zand. Eigenlijk was dit
dezelfde opdracht als vorige week, maar toen was het materiaal papier. Het was
moeilijk om dezelfde activiteit te begeleiden, omdat er meerdere mogelijkheden
bestaan om een huis te maken. Ik deelde mijn ideetjes met de juf. Ze kon mijn
inbreng appreciëren en zou er rekening mee houden in andere thema’s. (ICOM 4.6.:
Creativiteit)
Staking
We hadden, totaal onverwacht, een vrije dag! De
staatsbussen, leerkrachtenbussen en boten staakten in het hele land. Het was
onmogelijk om vandaag naar school te gaan. Het was heel moeilijk om vervoer te
vinden in het land, want iedereen deed beroep op de taxi’s. De reden van de
staking was dat ze hun lonen niet gekregen hadden. Ze kunnen gemakkelijk drie à
vier dagen na elkaar staken. Hopelijk kunnen we morgen wel terug naar onze
kleuters. (ICOM 4.4.: Flexibiliteit)
Inventaris? Wat? Hoe?
De hoofdkleuterleidster moest de inventaris maken van de
verschillende materialen die in een klas aanwezig zijn. Ik kreeg meteen
allerlei zaken in mijn handen en ik mocht aan de slag gaan. Hoe moest ik
hieraan beginnen? Gelukkig zag ze aan mijn mimiek dat ik dat nog nooit gedaan
had en gaf ze een grondige uitleg. Eigenlijk was het vrij simpel: alle
materialen tellen en noteren in het inventarisschriftje. De materialen in de
kasten moest ik tellen en sorteren per soort. Het kwam neer op het schoonmaken
van alle kasten, wat voor mij geen probleem was. Ik was nog in de klas aanwezig
en had een zicht op de lessen die gegeven werden.
De dag erna mocht ik dit uitvoeren in de andere klas. Na
twee dagen materialen tellen, was ik blij om de volgende dag eens kennis te
maken met de andere klas. Het eerste uur zag ik de manier van les geven van de
andere juf. Al snel merkte ik een verschil op tussen de twee klassen. Toen de
hoofdkleuterleidster binnenkwam, wist ik meteen dat ze mijn hulp nodig had.
Jammer genoeg niet in de klas zelf.
Ik kreeg de opdracht om een inventaris te maken van alle
spullen die ze gekregen had van het ministerie van onderwijs. Ze gaf me opnieuw
een schrift en toonde de materialen. Ik moest in dit lokaal mijn schoenen
uitdoen, want op het tapijt mocht ik niet wandelen met schoenen. Ik
veronderstelde dat ik bij deze grote opdracht de hulp zou krijgen van de
hoofdkleuterleidster. Al snel besefte ik dat ik de taak helemaal alleen moest
doen. Ik was enorm flexibel en pakte de taak aan, zonder erbij stil te staan.
De hoofdkleuterleidster was dus de hele dag aan het ‘appen’ (= sms’en) terwijl
ik alle materialen aan het tellen en noteren was. (ICOM 4.1.: Zelfstandigheid
en 4.4.: Flexibiliteit)
De opdracht was correct volbracht en werd goedgekeurd door
de hoofdkleuterleidster.
FOTO
VAN ALLE MATERIALEN IN DE KAST?
Eerste ochtendonthaal, onverwacht.
Op maandag 29 februari 2016 keek de juf me aan bij het
binnenkomen en zei: “Waar wacht je op?” Ik keek de juf verbaasd aan. Wat werd
er hier van mij verwacht? De juf vertelde me dat ik het ochtendonthaal mocht
overnemen, zodat zij nog enkele voorbereidingen voor straks kon doen. Het was
helemaal onverwacht en ik was hier niet op voorbereid. Ik had het
ochtendonthaal wel al enkele keren gehoord en gezien, maar ik kende nog niet
alles. De kinderen zaten vol enthousiasme te wachten op het lied, terwijl ik
eigenlijk nog aan het panikeren was in mijn hoofd. Helaas kende ik het lied nog
niet en de juf had hier begrip voor. Ze begon de eerste strofe te zingen en al
snel namen de kinderen het over. Daarna kon ik verder gaan met het
ochtendonthaal.
Tijdens het tellen had ik me even vergist. Ik dacht dat de
kinderen eerst het getal moesten zeggen en daarna het aantal bollen moesten
vernoemen. Toen ze zeiden 2 - 1, 2 ballen, dacht ik dat de kinderen gemist
waren en liet ik ze opnieuw tellen. Na een tweede keer merkte ik dat ze ook moesten
tellen en niet zomaar mochten zeggen 2 ballen. Het ochtendonthaal werd me in de
schoot geworpen, maar ik heb het toch wel goed gedaan. (ICOM 4.4.:
Flexibiliteit)
Een kroon en een huisje uit karton
Op vrijdag 26 februari 2016 vroeg de juf om haar te helpen
en natuurlijk deed ik dit met heel veel plezier! Er was een kleuter jarig en ze
had nog geen kroon gemaakt. Ik kreeg enkele materialen om de kroon te maken.
Dit was niet het materiaal dat ik gewoon ben in België. Ik moest hier een kroon
maken met weinig materiaal. Gelukkig gebruikte ik mijn creativiteit en maakte
ik een heel mooie kroon. Ik hield rekening met het kind en vroeg wat ze graag
zag en wat ik op haar kroon mocht zetten. De juf vond dit zeer positief, want
ik betrok het kind bij de kroon. Normaalgezien maakt de juf gewoon wat ze wil
en houdt ze geen rekening met hen.
Aan het eind van de dag vroeg de juf mijn hulp voor het
thema ‘verhuizen’. Voor een activiteit op maandag moest ze nog een aantal
dingen doen. Hun thema voor drie weken lang is: ‘huizen’. Voor haar activiteit op
maandag 29 februari 2016 had ze een huis nodig. Ze wist niet hoe ze dit moest
aanpakken en wilde een beroep doen op mijn creativiteit. Ik had enkel karton,
plakband en een schaar. Nee, de juf had zelfs geen eigen kleurpotloden! Het
huis was zeer eenvoudig, maar het resultaat mocht er zijn. Tijdens het maken
van het huis uit karton was de juf zeer aandachtig. (ICOM 3.4.: Maatschappelijke
betrokkenheid tonen)
Knutseltijd
De kleuters krijgen een voorgetekende vorm van een huis. Ze
moesten stroken knippen en op de lijnen plakken. Daarna konden ze hun tekening
laten drogen om nadien in te kleuren. Sommige kleuters hadden moeite bij het
knippen en plakken. Het was niet eenvoudig om de stroken op de lijnen te
kleven. Ik wilde de kleuters helpen, maar werd op mijn vingers getikt door de
juf. Indien ik het kind zou helpen, zouden haar observatiegegevens niet
kloppen. Ik mocht enkel kijken en rondwandelen. Gelukkig kon ik de opdracht wel
eens voortonen op mijn blaadje.
Sommige kleuters kwamen in tijdsnood. De activiteit duurde
maar een tiental minuten. De kleuters die niet klaar waren, moesten stoppen en
doorwerken tijdens de speeltijd. (ICOM 4.6.: Creativiteit)
Voorbereidingen maken
Ik ben gewend om mijn voorbereidingen op tijd te maken. Meestal
zijn ze al klaar en toon ik ze vooraf aan de juf. Hier in mijn schooltje leven
ze van dag tot dag en wordt alles bekeken op het moment zelf. Voor mijn lessen
heb ik graag vooraf feedback, zodat ik bepaalde zaken nog kan aanpassen. Op het
moment zelf feedback krijgen, is voor mij wat stresserend. Gelukkig mocht ik
mijn eerste les aan de hoofdkleuterleidster voorstellen. De lessen die ik
maandag 29 februari, dinsdag 1 en woensdag 2 maart zal geven, zijn nog een
raadsel. Deze keer zal ik het moment zelf moeten afwachten om feedback te
krijgen. Pas daarna kan ik aanpassingen doen. Deze keer moet ik heel
zelfstandig omgaan met hun manier van lesgeven en moet ik de lesvoorbereidingen
en lesfaseringen maken op hun manier. Een lesfasering is een lesvoorbereiding met inleiding, midden en slot. Een lesvoorbereiding is een agenda. Daarin staan ontwikkelingsdomeinen, leerplandoelen,evaluatie, feedback ... (ICOM 4.1.: Zelfstandigheid)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten