zaterdag 13 februari 2016

Eerste schooldag in Suriname.

Op woensdag 10 februari 2016 was onze eerste schooldag. Op die dag maakten we vooral kennis met de directeur. Wij zijn de eerste stagiairs in de school, dus het was eventjes wennen, zowel voor ons als voor hen. We werden met open armen ontvangen door de directeur, de leerkrachten en zelfs door de tuinman. Ook de kinderen waren zeer enthousiast. Sommige kinderen waren wat verlegen en keken ons met open ogen aan. Andere kinderen begonnen meteen te fluisteren tegen hun vriendjes. We vernamen hoe de school in elkaar zat. We kwamen te weten dat de school bestaat uit twee kleuterklassen en zes leerjaren. Eigenlijk spreken ze hier niet van leerjaren, maar van groepen. Je hebt de eerste groep, tweede groep … Ze tellen daar gewoon verder na het kleuter en ze stoppen niet zoals bij ons. De school start elke ochtend om 8 uur en stopt om 12 uur, waarbij er een pauze voorzien is voor de kleuters van 9u30 tot 10u.

Op donderdag moesten we om 7 uur in het centrum staan. Daar wachtte de juf ons op. We gingen samen om onze buskaart. Wanneer we klaar waren, gingen we een andere bus nemen. Helaas was die bus van de leerkrachten al vertrokken. Dit was héél lang rijden… Toen we aankwamen, was de directeur niet aanwezig. Gelukkig werden we begeleid door een kleuterjuf. We startten in de kleuterklas met vijfjarigen en daarna maakten we kennis met de vierjarigen.


We merkten meteen een groot verschil. Tijdens de pauze bleven de kinderen in de klas en zaten ze aan de tafels. Ze gingen niet buiten spelen. Tijdens de les zelf zitten de kleuters ook aan de tafels en gebeurt er niets op een speelse manier. In de klas zijn er drie tafels waarrond de kinderen werken. Boven elke tafel hangt een symbool en op die manier kennen de kleuters hun eigen symbool.

Opeens begon de juf te zingen en maakte een eigen kring in haar klas. Alle kleuters moesten hun stoel meenemen en een kring vormen. De kleuters mochten zelf kiezen welk liedje ze wilden zingen. Om beurt begonnen ze een liedje te zingen en daarna gingen ze over naar het themalied. De kleuters zongen een uur aan een stuk. Opvallend was dat het lied bestond uit twee delen, namelijk het eerste deel in het Nederlands en het tweede deel in het Hindoestaans. Eerst zong de juf het liedje, waarschijnlijk wel 10 keer na elkaar, samen met de kleuters. Nadien schakelde ze over naar de bewegingen. De bewegingen kon je vergelijken met bodysounds, maar dan enkel klappen in de handen. Daarna selecteerde de juf drie kleuters om een muziekinstrument te halen. De kleuters stonden naast de juf en speelden op hun muziekinstrument. Dit moest wel op het juiste ritme gebeuren. Nadien zongen de kleuters in twee groepen. De ene helft in het Nederlands en de andere helft in het Hindoestaans. Uiteindelijk mochten twee kleuters het lied nog eens vooraan zingen. Na het zangmoment, gingen de kleuters terug op hun plaats zitten. Dit gebeurde niet allemaal samen en de juf gebruikte de symbolen die boven de tafels hingen. Ik vond het leuk dat ze twee talen door elkaar gebruiken. Zo leren de kinderen ook verschillende talen in de klas. Het was wel wat langdradig en de kinderen mochten minder zelf doen. Het bespelen met de instrumenten was ook tekort. Er kregen maar drie kinderen een muziekinstrument en daar stopte het bij. Het was zielig dat niet alle kleuters een instrument konden bespelen. 



Na het zingen, begon er een soort vrij kleuterinitiatief (VKI). De juf had een opdracht per tafel. De ene tafel moest werken aan het boek: ‘Spelen zonder klanken’. De andere tafel deed een soort VKI. Daarbij koos de juf de plaats waar de kleuters mochten spelen. Ze duidde de kleuters aan, bijvoorbeeld: ‘Jij speelt in de bouwhoek, …’ Op de derde tafel mochten de kleuters schrijven. Elke kleuter heeft zijn eigen boekje en mocht een schrijfpatroon maken. De juf toonde het voor aan het bord en de kleuters werkten rustig. De kleuters moesten in drie groepen werken, omdat de juf dan de kleuters die schreven beter kon begeleiden.

Tijdens het laatste uur mochten we naar de andere klas, de klas van de vierjarigen. Toen ik daar binnenkwam, merkte ik het verschil. Deze klas was veel rustiger en stiller. Ze speelden aan de tafels die gevuld waren met blokken (bouwhoek), insteekparels, puzzels, boeken (leeshoek), knuffels (poppenhoek), knutselgerei, dominoblokken … De kleuters hebben eigenlijk wel hoeken, maar die mag je zeker niet vergelijken met onze hoeken. In hun hoeken ligt heel wat minder materiaal. Bijvoorbeeld in de poppenhoek liggen enkel knuffels, schopjes en handtassen. Opmerkelijk is dat de kleuters op stoelen zitten om te spelen. Enkel in de bouwhoek zitten de kleuters op de grond.





De klok gaf zeer snel aan dat het 12 uur was en dat onze voormiddag erop zat. Onze eerste indruk van de school was vooral positief. Ik was aangenaam verrast over het materiaal die ze bezitten. Er is wel een groot verschil in de manier van werken. Ik hoop en denk dat er een goede samenwerking zal zijn. Wij kunnen heel wat bijleren van de juf en omgekeerd. De juffen zagen het zeker zitten en stelden al veel vragen over onze manier van werken.

Op deze manier heb ik vooral aandacht gericht bij de internationale competenties. Vooral De competentie: 'Culturele flexibiliteit' kwam van toepassing. Ik moest me zeker aanpassen aan de communicatiestijl, de organisatie, de soorten lessen ... De leerkrachten willen vooral dat we aandacht vestigen aan hun Nederlands en voldoende articuleren. Ook is het van belang om rekening te houden met hun Sranantongo. Sommige woorden zijn anders verwoordt, maar betekenen hetzelfde. De culturele veerkracht was ook van belang in de eerste week. Het is van groot belang om een goede communicatie te hebben met alle leerkrachten en het schoolhoofd. Ik probeer ook om op een constructieve wijze om te gaan met de leerkrachten. Ik probeer rekening te houden met hun standpunt om zo de situatie te relativeren.

Dit waren mijn eerste twee dagen in de kleuterklas in Suriname. Op naar de volgende …


Geen opmerkingen:

Een reactie posten